Rode Minor: alles over houderij en voeding
De Rode Minor is een zoet water uit Zuid-Amerika. Het behoort tot de familie van de echte karperzalmachtigen. Door het aantrekkelijke uiterlijk en de vrij lage eisen die de vis stelt, is de Rode Minor een populaire siervis geworden in de aquariumwereld.
Hieronder zullen we u uitleggen welke kenmerken horen bij het uiterlijk van de Rode Minor en waar de kleine vissen oorspronkelijk vandaan komen. Daarnaast leert u waarop u moet letten bij het houden en voeden van de Rode Minor.
Kenmerken van de Rode Minor
Minors bereiken een maximale lengte van ongeveer vier centimeter. Ze hebben een matig hoge rug en een langwerpig lichaam, dat aan de zijkanten duidelijk afgeplat is.
De basiskleur van de Rode Minor is meestal rood, daar komt ook de naam vandaan. Er zit een grote zwarte vlek op de schouder van de vis, die de vorm heeft van een druppel en vaak vervaagt als de vis ouder wordt.
De rugvin van de Rode Minor is meestal zwart met een witte rand. De basis is echter ook rood. De aarsvin heeft een brede zwarte rand, terwijl de andere vinnen van de Rode Minor een rode basiskleur hebben.
Vrouwelijke Rode Minor's zijn iets groter dan hun mannelijke tegenhangers. Hun lichaam is ook voller en hun kleuren zijn bleker.
Levensverwachting van de Rode Minor
Als de juiste soort wordt gehouden en de vissen krijgen voldoende aandacht, dan kunnen de Rode Minors in het aquarium een leeftijd van vier tot vijf jaar bereiken. Bij ziekten of minder optimale leefomstandigheden is de levensverwachting van de kleine siervissen veel lager.
Oorsprong van de Rode Minor
De Rode Minor (Hyphessobrycon eques) komt oorspronkelijk uit Zuid-Amerika. Zijn natuurlijke habitat strekt zich uit over delen van het Amazonegebied. Daar komt de vis voor in de bovenste Paraná-rivier, de Rio Guaporé, de onderste Paraguay-rivier en enkele zijrivieren van de Uruguay-rivier.
De vis heeft een voorkeur voor gebieden dicht bij de oevers met een dichte plantenpopulatie, die dient als bescherming tegen mogelijke roofdieren en bij gevaar.
Hoe houd je Rode Minors
Rode Minors kunnen zonder problemen in het aquarium worden gehouden. Als ze alleen worden gehouden, dan zijn ze erg schuw. Daarom wordt aanbevolen om een groepsgrootte van ten minste vijf dieren aan te houden. Afhankelijk van de beschikbare ruimte kan de groep ook iets groter zijn.
Het geschikte aquarium voor de Rode Minor
Een aquarium dat geschikt is voor Rode Minors moet een lengte hebben van minimaal 80 tot 100 centimeter. Te kleine aquaria leiden al snel tot agressief gedrag naar soortgenoten en andere bewoners van het aquarium.
De watertemperatuur moet tussen 23 en 28 graden liggen en het water moet zacht en licht zuur zijn. Een hoge waterkwaliteit helpt om ziekten te voorkomen en ondersteunt het welzijn van de vissen. Een wekelijkse, gedeeltelijke verversing van het water en regelmatige watertests worden daarom aanbevolen.
Waterplanten en apparatuur voor Rode Minors
Om de natuurlijke habitat van de Rode Minor zo dicht mogelijk te benaderen, is het raadzaam om het aquarium uit te rusten met een donker substraat. Heldere verlichting moet echter worden vermeden.
Een dichte beplanting van de randen en enkele drijvende planten zorgen voor schaduw en bieden tegelijkertijd een verstopplek.
De Rode Minor samen met andere siervissen
Als er voldoende ruimte en geschikt voedsel beschikbaar is, is een socialisatie met andere siervissen meestal zonder problemen mogelijk. Mogelijke voorbeelden zijn dwergcichliden, pantsermeervallen en andere tetra’s.
Toch hebben Rode Minors soms de neiging om agressief te zijn en te knagen aan de vinnen van soortgenoten en andere aquariumbewoners. Ook oudere mannetjes hebben de neiging om territoria te vormen.
Rode Minors kweken
Wie Rode Minors wil kweken heeft hiervoor een aparte kweekbak nodig, die ongeveer 30 centimeter hoog is en een volume heeft van ongeveer 80 liter. Het water moet licht alkalisch en zacht zijn. Daarnaast is een dichte beplanting met fijne waterplanten, zoals javamos, aan te bevelen.
Idealiter wordt de kweekbak bezet door een enkel paar, dat voldoende wordt gevoerd en onmiddellijk na het kuitschieten uit de bak wordt gehaald. Als alternatief kan een afzetborstel worden gebruikt om te voorkomen dat de ouderdieren de kuit gaan eten.
Als het water een temperatuur van ongeveer 24 graden heeft, gaan er één of twee dagen voorbij tot de larven van het Rode Minor uitkomen. Na nog eens vijf dagen kunnen de kleine vissen vrij zwemmen.
Een laag nitraatgehalte is essentieel voor een succesvolle voortplanting. Over het algemeen gaat het kweken van de Rode Minor vrij moeizaam en het is niet altijd een succes.
Tetraziekten
Rode Minors kunnen in het aquarium met verschillende ziektes besmet zijn. Om het risico op ziekte te verminderen is het belangrijk om te zorgen voor water van hoge kwaliteit en goede leefomstandigheden.
Rode Minors kunnen de volgende ziekten krijgen:
- Fluweelziekte
- Mond- en vinrot
- Vistuberculose
- Echte en valse neonziekte
- Schimmelinfecties
Of een succesvolle behandeling mogelijk is en welke maatregelen daarvoor genomen moeten worden, hangt in de eerste plaats af van de specifieke ziekte en het tijdstip van de diagnose.
Als een Rode Minor bijvoorbeeld last heeft van mond- en vinrot, is redding heel goed mogelijk met een tijdige behandeling. Bovendien kan de overbrenging naar een quarantainebak voorkomen dat ook andere vissen in het aquarium besmet raken.
De prognose voor acute virustuberculose is echter veel slechter. Normaal gesproken is het doden van de hele vispopulatie en het grondig ontsmetten van het aquaruim de enige oplossing.
Schrijf een reactie