Kat met downsyndroom: Wat zit er echt achter?
Onder kattenliefhebbers rijst steeds weer de vraag of katten met het syndroom van Down wel bestaan. Dit heeft vooral te maken met het feit dat er talloze foto's van zogenaamd getroffen viervoeters op internet te vinden zijn.
Of er echt katten met downsyndroom bestaan of dat de afwijkingen in het uiterlijk en gedrag van de dieren misschien niet een andere oorzaak hebben, leggen we hieronder uit.
Wat is downsyndroom?
Downsyndroom is een genmutatie. Bij getroffen mensen is chromosoom 21 of in ieder geval delen ervan drie keer aanwezig in plaats van twee keer. Daarom wordt Downsyndroom ook wel trisomie 21 genoemd.
Afhankelijk van de ernst veroorzaakt trisomie 21 geestelijke en lichamelijke beperkingen in verschillende gradaties.
Typische lichamelijke beperkingen veroorzaakt door downsyndroom zijn bijvoorbeeld
- Ronde, kleine schedel met een plat achterhoofd
- Schuine, wijd uit elkaar staande ogen
- Kleine oren en een brede neus
- Kleinere lichaamsomvang en verminderde spierspanning
- Verbeterd zicht en gehoor
- Immunodeficiëntie, schildklierproblemen en hartafwijkingen
Daarnaast behoren vertragingen in de mentale en taalontwikkeling, leerproblemen en een relatief laag IQ tot de mogelijke gevolgen die met trisomie 21 geassocieerd kunnen worden. Er zijn echter soms vrij grote individuele verschillen, zodat lang niet elke persoon met trisomie 21 in dezelfde mate mentaal gehandicapt is.
Dankzij de medische vooruitgang is de levensverwachting van mensen met trisomie 21 in de loop der tijd aanzienlijk toegenomen en is nu gemiddeld 60 jaar.
Waarom er geen katten met downsyndroom kunnen zijn
In tegenstelling tot mensen, die 23 paar chromosomen hebben, hebben katten slechts 19 paar chromosomen. Het is daarom simpelweg onmogelijk voor deze viervoeters om aan trisomie 21 te lijden. Katten met het syndroom van Down bestaan dus niet, ondanks beweringen van het tegendeel.
Waar komt het gerucht over katten met downsyndroom vandaan?
Hoewel er om voor de hand liggende redenen geen katten met downsyndroom kunnen zijn, blijven geruchten bestaan. Een zoektocht op internet levert namelijk al snel talloze foto's op van katten waarvan het uiterlijk op zijn minst lijkt op Downsyndroom.
Getroffen dieren kunnen onder andere de volgende kenmerken hebben:
- Een brede neus
- Kleine oren
- Schuin staande kattenogen
- Ogen wijd uit elkaar
- Moeite met lopen
- Coördinatieproblemen
- Verlies van gehoor en zicht
- Verkeerde uitlijning van de kaak en kattentanden
- Hartproblemen
- Gedragsstoornissen
- Lichamelijke misvormingen
Wat schuilt er achter het vermeende Downsyndroom bij katten?
Voor de genoemde opvallendheden, die de indruk wekken dat de kat lijdt aan het Down-syndroom, zijn er verschillende mogelijke oorzaken. Onder andere genmutaties en de bij sommige kattenrassen vrij algemeen voorkomende inteelt behoren tot de mogelijke oorzaken van fysieke misvormingen.
Desalniettemin zijn de genen van de dieren lang niet altijd verantwoordelijk voor beperkingen in de fysieke ontwikkeling. Afgezien daarvan kunnen bijvoorbeeld ook blootstelling aan toxines of ziekten zoals kattenziekte bij drachtige katten ertoe leiden dat de jongen zich tijdens de zwangerschap niet normaal ontwikkelen en met beperkingen ter wereld komen.
Deels kunnen zelfs ziekten en verwondingen na de geboorte ertoe leiden dat de ontwikkeling van jonge katten wordt beïnvloed en dat de dieren bepaalde opvallendheden vertonen.
Speciale katten hebben speciale behoeften
Afhankelijk van de ernst van de beperking van de kat die aan het syndroom van Down zou lijden, zijn er een aantal dingen waar je rekening mee moet houden bij het houden van de kat. Getroffen viervoeters hebben vaak meer zorg en aandacht nodig om het dagelijkse leven aan te kunnen.
Het kan bijvoorbeeld nodig zijn om de trap in huis te beveiligen om vallen te voorkomen. De kat kan zelfs extra hulp nodig hebben bij het verzorgen of eten.
De daadwerkelijke behoeften kunnen per dier sterk verschillen. In de regel gaat het houden van een dergelijke kat echter altijd gepaard met aanzienlijk hogere uitgaven en frequente bezoeken aan de dierenarts, die gepaard gaan met bijbehorende kosten, maken in veel gevallen ook deel uit van het dagelijks leven.
In elk geval moeten katteneigenaren zich bewust zijn van dit feit en bereid zijn om de verantwoordelijkheid en het werk dat gepaard gaat met het houden van een kat met speciale behoeften op een permanente basis op zich te nemen.
Schrijf een reactie